Skip to main content

Stempel dyslexie
of mensen met dyslexie?

Hoogleraren en hun verkoopslogans

‘Stempel dyslexie wordt te gemakkelijk afgegeven’, ‘Teveel leerlingen met dyslexieverklaringen’, ‘Leerkrachten moeten effectievere instructie geven’, ‘Ouders moeten hun kinderen meer voorlezen’… zomaar een greep uit de vele uitspraken van hoogleraren Van der Leij en Bosman in de media. Beiden zijn vertegenwoordiger voor twee totaal verschillende taalmethodes die het basisonderwijs moeten gaan veroveren. Kennelijk zijn bovenstaande oneliners onderdeel van de marketing. Helaas geven deze verkoopslogans niet de informatie die nodig is om te beoordelen wat er werkelijk aan de hand is. Wat zijn de werkelijke dyslexie-discussies? En: wat betekent deze berichtgeving voor kinderen en volwassenen met dyslexie?

 

Schijndiscussies

De vraag of dyslexie bestaat staat niet ter discussie. Wereldwijd zijn wetenschappers het eens over het bestaan van dyslexie: kinderen die in de basisschoolleeftijd  onverwacht hopeloos in de problemen komen, omdat ze het lezen en/of schrijven niet (goed) onder de knie krijgen, terwijl overige vakken doorgaans geen problemen opleveren.

Bij dyslexie-onderzoek en het afgeven van dyslexieverklaringen gaan soms dingen mis: richtlijnen worden niet altijd goed gevolgd en professionals zonder de aanbevolen registraties[1] geven dyslexieverklaringen af. Harde cijfers ontbreken, dus we weten niet hoe vaak dit nu precies vóórkomt, maar nu hangt er een geur van wantrouwen rond iedere dyslexieverklaring. En je zult maar dyslexie hebben en getest zijn door een professional die achteraf niet de juiste registratie had……. Wie is hier nu de dupe?

 

Er zijn scholen met prima leesonderwijs en er zijn scholen zijn waar het beslist beter kan. Hetzelfde geldt voor het dyslexiebeleid op scholen. Hoewel er veel geld is uitgetrokken voor de invoering van Passend Onderwijs, zijn veel remedial teachers wegbezuinigd en ontbreekt het chronisch aan tijd en geld voor scholing van leerkrachten  Zeker in het voortgezet en middelbaar en hoger onderwijs bestaat het dyslexiebeleid vaak uit niet veel meer dan het bieden van extra tijd bij toetsen en tentamens. Hier valt dus nog een hoop ten goede te ontwikkelen.

 

Van ouders van leerlingen met dyslexie wordt een karikatuur gemaakt, terwijl juist hun steun van groot belang blijkt: zij slaan met de vuist op tafel en eisen op hoge toon voorrechten voor hun kroost. En zelf lezen ze hun kinderen niet voldoende voor.

En de kinderen en volwassenen met dyslexie zelf? Zij hebben geen stem. Niet bij de wetenschappers en niet in de media. Hoogleraren voeren schijndiscussies vanuit een commercieel belang over de rug van mensen met dyslexie en de media praten hen na.

 

Het belang van een ‘stempel’ dyslexie voor mensen met dyslexie

Het stellen van de diagnose dyslexie is voor veel kinderen en (jong) volwassenen vaak een opluchting en erkenning voor de ervaren problemen; ze zijn niet dom, de problemen kunnen verklaard worden! Als het goed wordt overgebracht kan een diagnose tot inzicht en begrip leiden en daarmee de eerste stap zijn tot acceptatie, voor zowel de persoon zelf als voor de omgeving.

De meeste kinderen met dyslexie stuiten voordat de diagnose is gesteld regelmatig op onbegrip van hun omgeving. De verantwoordelijkheid voor hun falen wordt door veel leerkrachten – en soms ook door ouders-  toegeschreven aan een gebrek aan inzet en intelligentie. Juist in een periode dat kinderen hun zelfbeeld vormen door sociale vergelijkingen, merken kinderen met dyslexie dat ze minder goed presteren en daardoor anders zijn. Als de omgeving de faalervaringen aan verkeerde factoren toeschrijft, kan dat leiden tot faalangst en een laag zelfbeeld. Veel (jong) volwassenen met dyslexie hebben dan ook het idee ontwikkeld dom en anders te zijn.

Wat betekent dit voor de schoolomgeving? Wat kunnen we doen, zodat mensen met dyslexie niet belemmerd worden in het volgen van het onderwijs waar ze de capaciteiten voor hebben.

 

Wat is nodig?

Helaas gebeurt het bieden van passende voorzieningen nog lang niet altijd. Als we kijken wat van wezenlijke invloed is op leerprestaties is dat mooi in kaart gebracht door John Hattie (2014). Hij heeft een synthese gemaakt van meer dan 800 onderwijsonderzoeken (meta-analyses) over invloeden op het leren. Hieruit blijkt, dat de factor die de grootste impact heeft op leerprestaties de verwachtingen zijn die mensen zelf hebben over hun eigen leerprestaties.

Deze verwachtingen worden gevormd door eerdere successen of faalervaringen en door verwachtingen en vertrouwen van mensen uit je omgeving. Dus als er altijd is getwijfeld aan je inzet en intelligentie, zullen je eigen verwachtingen je het meest belemmeren om verder te groeien.
Belangrijk is om je steeds te realiseren wat je als ouder en leerkracht, maar ook als wetenschapper tegen kinderen met dyslexie zegt. Welke boodschap wil je geven? Welk beeld wil je dat ze internaliseren? Een zelfbeeld is niet iets dat kinderen zomaar van zichzelf hebben, maar gevormd wordt door alle ervaringen, opmerkingen en feedback die ze in de loop der jaren krijgen. Wat doet het met je als iemand zegt dat wat jij hebt niet bestaat, of als er met wantrouwen naar je gekeken wordt? Weer dat onbegrip waar zoveel mensen met dyslexie in hun schoolloopbaan tegen aan zijn gelopen.

Mensen met dyslexie kunnen hier op verschillende manieren mee omgaan. De meesten ontwikkelen de vermijdingstrategie om de zelfwaarde te beschermen. Dat betekent dat ze problemen maskeren, stoppen met de opleiding, geen hulp vragen, werken of studeren onder hun niveau; zoveel potentieel dat ongemerkt verloren gaat. Een andere groep, vaak mede als gevolg van steun en vertrouwen van hun ouders, blijft echter volhouden en doorzetten. De ouderlijke steun blijkt als belangrijke buffer te dienen voor negatieve schoolervaringen (o.a. Nalvany & Carawan 20012 en Carawan, Nalavany & Jenkins, 2015)

 

Geen stempels maar mensen met dyslexie

Wij hebben de verantwoordelijkheid om kinderen in deze kwetsbare fase juist alle vertrouwen en perspectief te bieden. Iedereen heeft behoefte aan autonomie, relatie en competentie. (o.a.Ryan & Deci 2000 en Stevens 2004) Iedereen wil het gevoel hebben iets te kunnen, het zelf te kunnen, daar zelf controle over te hebben en daar het vertrouwen van anderen bij krijgen. Des te meer aan deze behoeften kan worden voldaan, des te meer mensen intrinsiek gemotiveerd zullen raken.

De relatie leraar-leerling blijkt volgens Hattie een belangrijke impact op leerprestaties te hebben. Positieve relaties worden gekenmerkt door een leraar die laat zien dat hij om het leerproces van zijn leerlingen geeft, een leraar die het perspectief van de leerling kent en verwoordt, zodat leerlingen waardevolle feedback krijgen om zichzelf te beoordelen en zich veilig te voelen. Op basis van deze feedback kunnen zij een positief zelfbeeld bouwen dat hun het gevoel van competentie geeft.
Deze kenmerken van positieve relaties kunnen ook doorgetrokken worden naar relaties tussen ouders en kinderen, tussen wetenschappers en mensen met dyslexie, tussen de media en hun publiek.

 

Belangrijk is dat we blijven kijken naar mensen. We hebben het niet over stempels of diagnoses, maar over mensen. Ieder met zijn of haar eigen verhaal. Luister, geef erkenning, heb begrip en vertrouwen, dan kunnen mensen met dyslexie dat ook hebben en een positief zelfbeeld ontwikkelen. Daar gaat onderwijs en wetenschap ook over; het creëren van randvoorwaarden om mensen met dyslexie tot inzicht en volle ontwikkeling van hun talenten te laten komen.

Augustus 2017

 

Drs. Nel Hofmeester is neerlandicus met als specialisatie dyslexie en neurodiversiteit.

Ze is initiatiefnemer van Verborgen Schatten, bureau voor coaching, scholing en onderzoek en auteur van boeken en artikelen over de aard en aanpak van dyslexie. Daarnaast is de adviseur voor de belangenvereniging Impuls&Woortblind.

Drs. Marzenka Rolak is orthopedagoog-generalist en gespecialiseerd in leerproblemen in het algemeen en dyslexie in het bijzonder. Zij is initiatiefnemer van het Dyslexie Centrum Rotterdam, centrum voor ouder-, kind- en schoolbegeleiding. Daarnaast is ze werkzaam in de Helpdesk Dyslexie van de Hogeschool Rotterdam. Momenteel doet ze promotie-onderzoek aan de Tilburg University naar het realiseren van waardevolle doelen van mensen met dyslexie in het onderwijs en naar belemmerende en bevorderende factoren hierbij.

 

Genoemde literatuur

John Hattie  2014 De impact van leren zichtbaar maken. Het bewijs in kaart gebracht. (Nederlandse vertaling). Rotterdam: Bazalt.

L.Stevens (Red.) (2004). Zin in School. Amersfoort: CPS.

  1. Ryan & E. Deci (2000). Intrinsic and extrinsic motivations: classic definitions and new directions. Contemporary Educational Psychology 25, 54–67.

Nalavany, B., & Carawan, L. (2012). Percieved family support and self-esteem: the mediational role of emotional experience in adults with dyslexia. Dyslexia, 18, 58-74.

Carawan, L., Nalavany, B., & Jenkins, C. (2015). Emotional experience with dyslexia and self-esteem: the protective role of percieved family support in late adulthood. Aging & mental health, 1-11.

[1] Om een dyslexieverklaring te kunnen afgeven is academische graad in klinische (kinder- of jeugd-) psychologie of orthopedagogiek vereist, alsmede een erkende bekwaamheidsregistratie in de psychodiagnostiek, minimaal (op het niveau van) de BIG-registratie Gezondheidszorgpsycholoog. De K&J-registratie van het NIP en de registratie orthopedagoog-generalist (of diagnostiek) van de NVO voldoen hieraan (zie website SDN).

Font
Off On
Size
revert
Content
Color
revert
Links
Color
revert