Skip to main content

Voor alle lieve juffen en meesters

die best rekening willen houden met dyslectische leerlingen,
maar niet precies weten hoe

Op de Dag van Dyslexie 2019 trekt een medewerkster aan mijn mouw. Kan ik even aanschuiven bij de Mama&Papa Desk om een vraag te beantwoorden? Ik schud een jongetje van 10 de hand. Hij zegt keurig zijn naam en als ik die niet meteen versta, zegt hij er snel achter: ‘Xander, met een X’. Xander is samen met zijn moeder en allebei hebben ze eenzelfde zorgelijke blik. Het gaat namelijk niet zo goed.

Nadat Xander was getest op dyslexie heeft hij intensief geoefend in de vergoede dyslexiezorg en thuis. Onlangs is hij opnieuw getest en wat kwam eruit? Hij zit in groep 6, maar zit op het niveau van groep 4! Dat hadden ze helemaal niet verwacht.

‘Wat kunnen we nu nog doen?’ vraagt Xanders moeder. ‘Wat kunnen we vragen aan de school?’

 

Sterke kanten
We gaan er eerst maar even rustig bij zitten.

‘Waar ben je wel goed in?’ vraag ik Xander. ‘Wat zijn je sterke kanten?’ Die vraag had hij niet verwacht. Hij moet er even over nadenken.

‘Sport, rekenen, tekenen………’ zegt hij aarzelend. Dát zijn sterke kanten die hij zou moeten gaan ontwikkelen, maar ja, de nadruk op school ligt nu vooral op wat niet goed gaat.

 

Wat gaat er mis?
‘Waar heb je de meeste problemen mee?’ vraag ik Xander.
Vooral het lezen is voor hem nu problematisch. Op die toetsen scoort hij op alle onderdelen laag.
‘Maar hij heeft wel een heel actieve juf’, ’vult zijn moeder aan. ‘Ze wil hem echt helpen, maar weet niet hoe.’

 

Voorzieningen
Ik begin maar bij het begin: de meeste scholen leveren voorzieningen voor het voorlezen van teksten. Tegelijk luisteren en meelezen heeft vaak een goed effect op de leesvaardigheid en de leessnelheid.
Maar Xander schudt zijn hoofd.

‘Het werkt niet goed, zegt hij. ‘Of het boek doet het niet, of de stem niet, er is altijd wat.’
Het is een bekend probleem in de scholen: de digitale mogelijkheden zijn er wel, maar vaak niet op orde. Gelukkig leest Xanders moeder hem vaak voor.

 

Zelf voorlezen
‘Hoe zit het met voorlezen in de klas?’ vraag ik. Xanders reactie is duidelijk. Net als voor bijna iedereen met dyslexie is voorlezen een grote bron van stress.

‘Dat komt doordat je werkgeheugen te veel dingen tegelijk moet doen. De meeste andere kinderen hoeven niet meer bij alle lettertjes na te denken, die weten het nu op de automaat. Jouw werkgeheugen moet er nog hard voor werken om de letters te herkennen en er een woord van te maken. En dan moet je ook begrijpen wat er staat.

Om het dan ook nog uit te spreken is een te grote belasting voor je werkgeheugen. Óf je gaat hakkelen óf je leest wel voor, maar je hebt geen idee waar het over gaat.’
De reactie van Xander is duidelijk: dit is een heel herkenbaar verhaal.
‘Vraag dus aan je juf of je niet meer hoeft voor te lezen. Dat is stap 1.’

 

Begrijpend lezen
Lezen is altijd: begrijpend lezen. Lezen is altijd: informatie opdoen.
Dyslectische leerlingen doen er langer dan standaard over om te leren lezen, maar ze zijn wel nieuwsgierig. Voor een interessant onderwerp willen ze best extra moeite doen.
De lesjes begrijpend lezen op school gaan echter meestal niet over onderwerpen die leerlingen echt interesseren en de vragen die ze moeten beantwoorden zijn niet de vragen die zij zelf zouden stellen.

 

Een gemiste kans!
‘Stap 2 is vragen of je zelf een boek mag uitkiezen om te lezen.
Een boek over een onderwerp dat je echt interesseert. Over sport of over tekenen bijvoorbeeld. Je zoekt een bladzijde uit die je wilt lezen. En dan ga je de juf vertellen wat er in die tekst staat. Dan kun je ook vragen naar moeilijke woorden die je bent tegengekomen. Zou je dat kunnen vragen aan de juf?’
Xanders moeder knikt. Ze denkt van wel, dat gaan ze doen.

 

Van spellend naar herkennend lezen
‘Ik wil je ook nog iets uitleggen over lezen, Xander’, zeg ik. Xander knikt en gaat wat rechter op zitten.
‘Als je begint met leren lezen, kijk je nog alle letters aan om er een woord van te maken, herken je dat?’
Xander knikt.

‘Door veel te lezen, gebeurt er iets in je hersenen, waardoor je de woorden gaat herkennen. Dan hoef je niet meer te spellen, maar je ziet en begrijpt het woord in één blik. Lezen gaat dan sneller en gemakkelijker. Je traint je hersenen door veel te lezen, ook als je dyslectisch bent.’

 

Je eigen tempo
‘Je leert dus echt wel lezen’, ga ik nog even door. ‘Maar wel in je eigen tempo. En daarom zegt zo’n test niet zoveel over jou. Die gaat uit van een standaard en als je dyslexie hebt, leer je niet standaard lezen. Je tempo is anders.

‘Ja, wij vonden echt dat Xander vooruit was gegaan door al dat oefenen,’ vult zijn moeder aan.
En dat is belangrijk, zien dat je vooruit gaat en gewoon doorgaan in je eigen tempo.

Dan komen Christian Boer en Tamara Vreeken binnen. Ik knik naar hen en zeg: ‘Kijk de één heeft zijn eigen bedrijf en de ander had een hoge functie bij een creatief bedrijf. En ze zijn allebei dyslectisch.’

En dan komt Christian er nog even bij zitten die vertelt over zijn periode op de basisschool. Hoe zijn ouders altijd zeiden: ‘Jongen, doe gewoon je best, dan vinden wij het goed. Je komt er heus wel.’
Xander zit nu recht overeind en hij stráált.

Amsterdam, 21 oktober 2019

Font
Off On
Size
revert
Content
Color
revert
Links
Color
revert